Gedicht
Wet
Nu men over stilte bijna niets meer heeft te zeggen, het onderzoek
is afgerond, wereldwijd filosofen, psychologen, geologen
en de gewone man twijfelen aan het bestaan ervan
nu alles klinkt en piept, raast en knaagt, men naar buitenlandse
bergen moet of nachtelijke hei, naar binnenmeren,
buitenwijken, we nooit meer raken uitgepraat,
nooit meer tot bedaren komen -
Nu wat ons rest te klein wordt om onze doden in te passen,
kan men hooguit géén antwoord geven. Komma’s sparen.
Witregels verzamelen. Stillevens. Pauzes. Hapering.
Eén wet blijft altijd ongeschonden. Ter bescherming.
Vóór de stilte valt kan men iets zeggen. Of er na.
Maar nooit er midden in.
Esther Naomi Perquin
Gedicht
Onzekerheidsprincipe
Wie ziet dit landschap zo dat het bestaat
niet ongebeurd verdwijnt in golven licht
niet in een toekomst verder gaat
met onbekende vaart. Ik sta hier maar
begrijp zoals gewoonlijk niets en snak
naar vaste grond onder mijn voet.
Hoewel verplicht om te verstoren
wat ik weten wil wou ik toch lezen
wat hier niet geschreven staat.
Marjoleine de Vos
Uit: Kat van sneeuw
Gedicht
Terug naar het begin
Te midden van het aanwezige
dat in zijn dagelijksheid vertoeft
stap voor stap het geheugen in de steek laten
jezelf achterlaten tussen al die dingen
die daar aan het slijten zijn
die met hun slijtage de dagelijksheid laten bestaan
in het vreemde ritme waarin boekenkasten vol boeken
en kantoren vol kantoormeubilair
veranderen in wolken stof
in warm woestijnzand dat in luchtspiegelingen trilt
in woeste rivieren en in nieuwbouwwijken
omdat het niet anders kan en omdat het toevallig zo is
steeds sneller vergeten:
wat ook alweer?
en zo terugkeren naar het begin van het denken
dat zelf eigenlijk nog geen denken is.
Martin Reints
Gedicht
De reiskameraad
Op een onaards uur vertrokken,
wars van alles, zonder reisplan,
elke overlegging mijdend
en mij weidend in mijn vrijheid
bij het dansen van de draden,
weet ik feestelijk in mijn jaszak
het kompas, dat onder Arkel
ik als kind eens op een morgen
heb gevonden in de wegberm.
Dat mijn trots was, dat het nog is,
dat ik Boreas gedoopt heb.
Waaraan nooit iets gemankeerd heeft.
Of ik zuidwaarts ga of zigzag,
onomkoopbaar, onverbiddelijk
richt zich de magneetnaald noordwaarts.
Eindelijk reizen wij weer samen,
twee die bij elkander horen,
twee die aan elkaar gewaagd zijn.
Ida Gerhardt, 1980
Gedicht
Het is hen niet ontgaan
Ze hebben de locatie najaren van zoeken nu toch getraceerd;
die bleek volmaakt cirkelvormig, door de duistere gebieden
van de hersenen omsloten, nabij het eiland van Reil:
ze hebben de positie chemisch gemarkeerd.
Ze zullen het ons tonen, we zullen weer versteld staan, zodra ze
dat apparaat aan de praat, die snoeren uit de knoop,
dat beeldscherm aangesloten, netwerk verbonden, verbaasd
dat het vergeten zo nauwgezet te lokaliseren valt, tot zelfs
de precieze omtrek, het exacte midden en hoe
het onthouden daar omheen ligt
prachtig als een ring om
niemands vinger.
Esther Naomi Perquin
Uit: Meervoudig afwezig, 2017
OverpeinzingHet kleinste weerspiegelt het grootste; Plato in het museumPaulien ‘t HoenAnne-Marie van Sprang maakt beelden. Haar materiaalgebruik is divers: was, brons, porselein, metaal en gips. Haar onderwerpkeuze is dat ook: mensfiguren, gebruiksvoorwerpen, meubilair, dieren. Tot zover niets bijzonders, zou je zeggen. Totdat je weet meer weet over de maatvoering. Haar beelden zijn klein. Buitengewoon ...
> verder