BLOG

STERVEN VOOR JE EIGEN GELIJK?


Gastschrijver Sjoukje Dijkman

Een goed gesprek heb je niet zomaar. Daar heb je minstens een of meer mensen voor nodig die bereid zijn. Soms ook drank. In ieder geval tijd waarin even niks belangrijker is dan het gesprek. Een moment waarin het begrijpen van de standpunten van de ander het doel is. Zodra je eigen gelijk gaat meedoen, is het een verloren zaak. Dan gaan andere belangen meespelen. Dan wordt het een discussie; de kleinste vorm van oorlog. Terwijl je een goed gesprek zou kunnen zien als de kleinste vorm van samenwerking. Hoe dun die lijn is, bleek weer eens tijdens de pinksterlunch die Els organiseerde voor haar vrienden.

Ze zaten met tien mensen aan een rijk gedekte tafel. De kinderen speelden in de tuin. Het gesprek begon keuvelend en gezellig. Het eten werd geprezen, de wijn smaakte goed, de tongen werden wat losser. Plotseling ging het over kinderen en smart phones. In het bijzonder over de vraag hoe oud een kind moet zijn voor een smart phone. ‘Een uitgeklede versie is wel handig voor tijdens het skiën’, zei een vriendin, ‘dan kan je elkaar in ieder geval altijd bereiken als je elkaar onverhoopt kwijtraakt’. Els heeft weliswaar geen verstand van skiën, maar wel een groot geloof in deze vriendin. Dus dat leek haar een goed idee.

Maar in het dagelijks leven? Hebben kinderen dan een telefoon nodig? En ook een telefoon met internet? Maar wat dan als ze verslaafd raken aan social media (zoals de meesten van ons)? En wat dan met pesten (want dat gebeurt ook via smart phones)? Wat een interessant gesprek had kunnen worden, werd een luider en luider verkondigen van meningen tot het punt dat iedereen door elkaar praatte en elkaar probeerde af te troeven na het opvangen van een half woord. De sfeer werd grimmig.

Vertwijfeld keken Els en één vriendin elkaar aan: hoe konden ze van dit spoor af komen? Dit was niet meer gezellig. Had niemand dat dan door? Maar eens een vraag proberen. Die werd niet gehoord. Zelf een mening geven, was onmogelijk. Het toneel was al gevuld en er was geen plek voor nog een speler. Iedereen voelde nu hoe de discussie zich verhardde. Het pas gescheiden stel, dat voor de kinderen af en toe nog samen aanschuift aan een tafel, beleefde de scheiding nogmaals aan de hand van dit nieuwe thema. Vrienden steunden hen afwisselend in hun standpunten om zo ontploffing te voorkomen. Niemand leek bij machte de koers te wijzingen. Ze waren gevangen in een strijd om het gelijk. Een van de moeilijkste om op te geven.

Hadot, een Franse filosoof en historicus, beschrijft in zijn boek ‘Filosofie als manier van leven’ de dialoog als een oefening om zich in de ander te verplaatsen: ‘Dankzij hun oprechte inspanning ontdekken de gesprekspartners (...) een waarheid die onafhankelijk is van hen’. Dat maakt volgens hem de dialoog een oefening in sterven. Je maakt je individualiteit ondergeschikt aan het ontdekken van de zogenaamde logos. Dit is een inhoud van een hogere orde, letterlijk vertaald: een wet. Deze hogere orde en het eigen gelijk hebben niet zo’n goede relatie. Eigen gelijken willen winnen, triomferen. Die onderschikken zich niet en gaan strijdend ten onder als het moet.

Misschien is dat de overeenkomst tussen een goed en een slecht gesprek. In beide gevallen sterf je, alleen in een dialoog ben je daartoe bereid en in een discussie overkomt het je. Of was iedereen aan tafel bereid om te sterven voor zijn eigen gelijk? Els neemt zich voor om haar vrienden dat eens te vragen bij een volgende bijeenkomst.


Ontspoort een gesprek bij jou ook wel eens? Zou je daar meer grip op willen krijgen?
Socrates helpt! Wil je gebeld worden voor een socratische impuls? Stuur ons een een e-mail met je vraag en telefoonnummer.