BLOG

Verbeter ons denken, begin bij jezelf!
Stap 3: bundel je denken tot een laserstraal


Toen er nog geen schrift bestond, vond elke communicatie plaats in dialoog, in collectieve verbanden. Sinds het ontstaan van het schrift is dialoog en denken uit elkaar gedreven; het schrift heeft individuele, geïsoleerde reflectie mogelijk gemaakt. Zoals we gezien hebben in blog 1 en blog 2 van deze serie, zorgt dit denken in je eentje voor herhaling van oude gedachten en gefragmenteerd denken. Als je alleen met jezelf denkt, vertrek je vanuit je eigen standpunt en mis je per definitie de standpunten buiten je blikveld. Dat maakt het moeilijk om nieuwe denkrichtingen te creëren. Dit kan wel door gezamenlijk te denken, met meerdere mensen. Bohm noemt dit participerend of collectief denken. Denken in dialoog.



Een dialoog is geen tweegesprek. Dialoog komt van het Griekse woord dialogos, waarin logos ‘woord of idee’ betekent en dia ‘door’. In een dialoog kun je door opvattingen en betekenissen heen kijken. Dialoog is daarmee een fundamenteel ander woord dan discussie of debat. Discussie heeft dezelfde woordstam als percussie (botsing, slag) en concussie (klap, schok). Debat komt van het Franse battre, dat (ver)slaan betekent. Deze drie woorden voor gespreksvormen ademen een sfeer van winnen en verliezen. Je verdedigt je standpunt en gaat net zo lang door tot je als overwinnaar uit de strijd komt. Een dialoog daarentegen, gaat niet over standpunten of meningen vasthouden en verdedigen. In een dialoog doe je onderzoek naar het denkproces achter de veronderstellingen, in plaats van de vooronderstellingen zelf tegenover elkaar te zetten. Je deelt betekenissen met elkaar. In een dialoog denken is participerend of gemeenschappelijk denken.

Participerend denken
Participeren betekent niet alleen delen, maar ook deelnemen aan. Zoals met een gezamenlijke maaltijd gebeurt. Stel je een tafel voor, vol met gerechten. Van sommige weet je dat je ze lekker vindt. Andere ken je niet, maar wil je best proeven, en er zijn ook dingen bij die je uitgesproken vies vindt of niet aantrekkelijk genoeg om te proeven. Tijdens de maaltijd blijft alles op tafel staan. Er gaat niks af. Zo is het ook met gemeenschappelijk denken: alle standpunten, meningen en veronderstellingen liggen op tafel en vormen onderdeel van het denken. Iedereen neemt deel aan, en maakt deel uit van de gezamenlijke betekenisgeving die ontstaat in de dialoog. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn. Participerend denken brengt een pendelbeweging tot stand tussen individu en collectief. Hierdoor ontstaat perspectivische lenigheid: iedereen kan verschillende standpunten naast elkaar laten bestaan, het gesprek verdiept zich en stelt de deelnemers in staat om aan eigen vooronderstellingen voorbij te gaan. Er vormt zich een bedding voor richting en samenhang. Een bedding voor nieuw denken.

Gloeilamp vs. laserstraal
Bohm vergelijkt deze verschillende manieren van denken met lichtbronnen. Ons gangbare denken vergelijkt hij met licht uit een gloeilamp; dit is incoherent licht dat alle kanten op gaat. Dit denken weerkaatst voortdurend allerlei ervaringen en vastgezette patronen in ons. Deze herhaling levert ons een neurologische beloning op. Ons zenuwstelsel reageert positief op de herkenning en bevestiging; we stellen onszelf gerust met het oude bekende, het eerder gedachte en gevoelde. Je kunt dit patroon doorbreken door je denkruimte te vergroten door bijvoorbeeld te vertragen, en je oordelen op te schorten. Participerend denken is te vergelijken met licht van een laserstraal. Dit is coherent licht. De stralen van dit licht zijn gebundeld waardoor het een grote, intensieve kracht heeft. Met laserlicht kun je zelfs staal snijden.

Je kunt zeggen dat het gangbare denken in onze samenleving en organisaties incoherent is. Het gaat alle kanten uit met gedachten, meningen en veronderstellingen die tegenover elkaar staan, elkaar in stand houden en elkaar op heffen. Als we op een coherente wijze zouden denken, zou dat een enorme kracht genereren. Een kracht die richting en samenhang geeft.

Perspectivische lenigheid
Het mooie is dat je deze manier van denken kunt oefenen in het dagelijkse leven, in gewone gesprekken. Of je nu in een oppervlakkige conversatie bent beland, of in een verhitte discussie; een vraag opent de deur naar dialoog. Het is de eerste stap van individueel denken naar participerend denken. Probeer bijvoorbeeld eens echt te luisteren naar de ander(en) waarmee je in gesprek bent, in plaats van te wachten op een stilte waarin je jouw verhaal of mening kunt vertellen. Door echt te luisteren, ga je andere gedachten opnemen en kom je los van je eigen systeem. En stel daarna een vraag. Een oprechte vraag. Al je hiermee oefent, ontwikkel je je persoonlijke perspectivische lenigheid, waarmee je een begin kunt maken met participerend, coherent denken. Zo eenvoudig kan de opstap naar nieuw denken zijn.